00.00 Tekst: Kabelverbinding Nijmegen-Lent. Opname N.V. Haghefilm Dir. Willy Mullens 00.14 Tekst: Door de Provinciale Geldersche Electriciteits Maatschappij werden er in de zomer van 1928 tien 15000 Volt hoogspanningswaterkabels en 4 telefoon en signaalkabels getrokken door de rivier de Waal bij Nijmegen 00.40 Tekst: Door deze kabels wordt een groot deel van de in de centrale te Nijmegen opgewekte electriciteit gevoerd met een spanning van 10.000 volt naar het 50.000 volt openluchtstation te Lent 00.54 Beeld: Situatieschets van de rivier de Waal met rechts bovenin het openluchtstation te Lent, het trace van de spoorlijn en de spoorbrug over de rivier, de Waaldijk, de geplande landkabels overgaande in waterkabels in de rivier 01.13 Stellages opgetrokken uit hoekijzerverbindingen, waarop honderden geribte isolatoren en het stationsgebouw te Lent 01.35 Het woud van als horens schuin omhoogstekende isolatoren bovenop transformatorkasten 01.42 Een reusachtige transformator voor het opvoeren van het voltage 01.44 Twee hoogspanningsmasten, waarvan de kabels omlaag gevoerd worden naar het station 02.03 De spoorbrug over de snelstromende Waal. Langs de linkeroever afgemeercde binnenvaartschepen. Onder de eerste boog door op de achtergrond de PGEM. Camera zwenkt langzaam naar en filmt de tweede en derde boog, het scheepvaartverkeer en de noordelijke oever van Lent 02.29 Het gebouw van de PGEM op de landtong tussen Waal en Maas-Waalkanaal 02.39 Tekst: Op de Waalkade zijn zware kabeltrommels opgesteld 02.50 Beeld: Zware haspels met dikke hoogspanningskabels. 03.25 Tekening, waarboven: Doorsnede waterkabel. Op de tekening het vooraanzicht van de kabel, die een doorsnede van 10 inch heeft. Het beeld vervaagt en wordt vervangen door een beeld van het blootgelegde vooraanzicht van de kabel. De drie koperkernen elk opgebouwd uit tientallen massieve kabeltjes van electrolitisch koper liggen in een driehoek tegen elkaar, twee onder, een bovenop. Om elke kern de dikke papierisolatie, om de drie kernen de zware loodmantel 03.33 Tekst: Voor de centrale is een zware kademuur onderbroken door een ondergrondse haven, waaraan de centrale het nodige koelwater onttrekt. Van deze doorbraak is gebruik gemaakt om de kabels aan land te brengen. De haspels zijn aan weerszijden van dit kanaal opgesteld 03.53 Beeld: Tekening van de kademuur. De kabel wordt door het plaveisel van de kade schuin naar beneden geleid naar de rivier, waarin hij door de kade muur heen onder water verdwijnt, daarbij van de rivierbodem vrijgehouden door een vaartuig 04.03 De bedrijvigheid op de kade, gefilmd van bovenaf. De witte kabel loopt van de haspel schuin naar beneden door de kadevloer. Voor de wal de hulpschepen 04.20 Tekst: De haspels worden op een lorrie geplaatst, welke lorrie over de rails gereden wordt tot voor de kanaalopening. Vanaf deze lorrie worden de kabels ,afgerold 04.34 Beeld: De metershoge haspel op de lorrie, die langzaam naar de kanaalopening in de kadevloer gereden wordt 04.47 Tekst: De ijzeren bewapening is aan het uiteinde van den kabel iets langer gehouden. Dit uiteinde is tot een lus gevormd, waaraan door den duiker de staalkabels, waarmee de electrische kabel wordt getrokken, onder water worden bevestigd 05.07 Beeld: Arbeiders controleren het kabeluiteinde 05.26 Van de tot lus gebogen staaldraadwapening 05.37 Tekst: Boven in het kanaal en daar waar het kanaal in de rivier uitmondt, zijn traliewerken met 14 doorgangen geplaatst. Door elke doorgang wordt telkenmale een kabel gebracht, waardoor deze kabels op een afstand van 30 cm van elkaar worden gehouden 05.57 Beeld: De zware kabel wordt van de haspel getrokken en langzaam naar beneden naar de onderdoorgang geleid 06.13 Tekst: De kabel wordt langzaam aan afgerold en bij het eerste traliewerk bevestigd aan een dunne leidraad. Met behulp van deze leidraad die van tevoren tusschen de beide traliewerken gespannen, is het een duiker mogelijk den kabel op de goede plaats te brengen 06.36 Beeld: Twee werklieden bevestigen de dunne leidraad aan de lus en en voeren de kabel door de opening 06.46 De duiker in zijn uitrusting, maar zonder helm. 06.55 Tekst: De duiker is met zijn helpers bezig zich gereed te maken en begeeft zich daarna onder water, waarna hij vanaf een boot de trekdraden in ontvangst neemt om deze onder water aan de lus van den electrischen kabel te bevestigen 07.18 Beeld: Een helper borgt de zware loodplaat op de borst van de duiker. Daarna houdt hij het touw vast, dat achter de loodplaat langs aan de duiker is bevestigd, die vervolgens de houten ladder afdaalt en in het donkere water verdwijnt. 07.44 Werklieden in vlet vieren de dunne trekdraden af naar de duiker, het andere einde van de draden wordt op een bolder van een sleepboot belegd 08.05 Luchtbellen komen aan de oppervlakte boven de plaats waar de duiker onder water zijn werk doet 08.12 Twee helpers wachten geduldig op het dek van het werkschip 08.18 Twee andere helpers bedienen de luchtpomp op de kade08.25 De duiker komt weer boven water en beklimt de ladder. Boven aangekomen wordt meteen het kijkglas in zijn helm losgedraaid 08.40 Tekst: Wanneer de trekkabels bevestigd zijn, wordt het uiteinde van den electrischen kabel met behulp van een touwkabel op een sleepboot vastgehouden. De sleepboot trekt niet aan den kabel doch zorgt alleen dat het uiteinde niet op den rivierbodem sleept 09.02 De strak gespannen touwkabel, die vanaf het gangboord onder water verdwijnt 09.07 Einde